Door Veronique Kootstra
17/07/2012
Edinburgh International Film Festival 2012: Week 2
Week 2 van het festival waarin een zestal films aan bod kwamen van allerlei pluimage, waaronder de favooohriet!
Anton Corbijn: Inside Out
Twee jaar geleden bezocht Anton Corbijn het EIFF met zijn eerste feature film Control. Dit jaar is Corbijn het onderwerp in de documentaire over zijn leven geregisseerd door Klaartje Quirijns. In de film verwijst hij naar zijn twee films Control en The American die volgens hem beide over ‘loners’ gaan. Corbijn zegt dat hij er eigenlijk ook één is, maar dat hij daar toch niet helemaal aan toe wil geven.
De documentaire schetst een intiem en verhullend beeld van zijn leven. Het intieme en verhullende deel wordt aan de hand van interviews met zijn broer en zus duidelijk. Daarnaast geven de interviews met onder andere U2, Depeche Mode, Metallica en Lou Reed een kijkje achter de schermen: hoe Corbijn met beroemdheden aan het werk gaat, zijn ongelooflijke talent voor visuele perceptie en wordt het duidelijk waarom deze artiesten met meerdere projecten met hem hebben samengewerkt.
Het is heel mooi om te horen dat zijn passie voor muziek, die begon in zijn tienerjaren, tevens de bron was voor zijn carrière in fotografie. Corbijn begrijpt de passie die muzikanten hebben voor hun muziek volkomen; zowel voor de muziek als voor zijn fotografie deelt hij in beide opzichten deze hartstocht. In het interview met Depeche Mode wordt ook duidelijk dat Corbijn een zekere invloed kan hebben op het imago van een band. Depeche Mode wilden af van het stereotype ‘popgroep’ en grepen hun kans met de serieuze, gerespecteerde fotograaf.
De interviews met vooral zijn broer en zijn zus Aaf geven een eerlijk en persoonlijk inzicht in de aard van Corbijn. Beiden geven aan dat hij heel erg hard werkt, geen tijd heeft voor een familieleven en dat zij bang zijn voor zijn gezondheid. Quirijns weet zowel het persoonlijke als het professionele aspect van het karakter van Corbijn vast te leggen. Hij vertelt openlijk over zijn eenzame jeugd met een vader als dominee en thuis werd er verder over gevoelens niet veel gepraat. Wanneer Quirijns hem vraagt waarom hij het moeilijk vindt om intieme vriendschappen te vormen, klapt hij dicht. Een ontroerend en memorabel moment in de film.
De documentaire legt niet de volledige ziel van Corbijn bloot en dat is juist ook één van de sterkste elementen van de film. Quirijns laat genoeg ruimte over om je eigen conclusies te trekken. Corbijn zegt in de documentaire dat zijn foto’s niet helemaal perfect zijn, maar dat zijn foto’s ademen en persoonlijkheid uitstralen. Na het zien van deze documentaire krijg je zeker het gevoel dat je de persoonlijkheid van Corbijn een beetje beter kent.
Grabbers
Het is een aangename verrassing wanneer een film waarvan je eigenlijk niet veel verwacht, een uitstekende keuze blijkt te zijn. Grabbers, geregisseerd door Jon Wright, is zonder twijfel één van de beste recentelijke low-budget ‘monster-films’ die er in slaagt om de teleurstelling te voorkomen wanneer de monsters op het scherm verschijnen.
Wanneer er op het rustige Ierse Erin Island dode zwarte grienden op het strand aanspoelen en er vissers vermist zijn, wordt al snel duidelijk dat er iets duisters gaande is. De politie agent Ciarán O’Shea (Richard Coyle) die nogal van een borrel houdt, probeert in eerste instantie een logische verklaring te vinden. Een invasie van bloedzuigende aliens met tentakels blijken de oorzaak van de ramp te zijn. O’Shea wordt in deze strijd bijgestaan door zijn nieuwe collega, Lisa Nolan (Ruth Bradley). Wanneer de bewoners van het eiland ontdekken dat de onuitgenodigde bloedzuigende bezoekers allergisch zijn voor alcohol, besluiten zij dat dronken worden hun enige hoop op overleven is.
De film is het bewijs dat het wel mogelijk is om een sci-fi monster-film voor weinig geld te maken die er indrukwekkend uitziet. Het ontwerp van en hoe de monsters er uiteindelijk op het scherm uitzien is een uitzonderlijk resultaat. Grabbers is een luchthartige sci-fi die humor, spanning, romantiek en buitenaardse monsters op uitstekende wijze combineert.
V/H/S
Het lijkt bijna onvermijdelijk om een portmanteau film te zien waarin alle korte films even goed van kwaliteit zijn. V/H/S is helaas geen uitzondering, maar is er wel één waarvan de meeste films zeker de moeite waard zijn.
V/H/S bevat zes verschillende films die één ding gemeen hebben: het thema van ‘found footage’ horror. Alhoewel dit formaat in de laatste jaren veel wordt gebruikt en het risico loopt originaliteit te verliezen, is in deze film niet het geval. Juist omdat het een anthologie is, verveelt het niet.
De eerste film, Tape Fifty Six geregisseerd door Adam Wingard, waarin een bende de opdracht heeft gekregen om één specifieke videoband te stelen, wordt gebruikt als middel om de films een link te geven. Op zoek naar de videoband stoppen leden van de bende elke keer een andere videoband in de videospeler die dan vervolgens op het scherm afspeelt. Maar dit is dan ook de enige link. Het zou beter zijn geweest voor de film als een geheel als de zes individuele films op een betere, betekeningsvolle connectie hadden.
Amateur Night, geregisseerd door David Bruckner, waarin een avond uit voor sommigen niet eindigt zoals zij in gedachten hadden toont dat wraak en bloed de ideale combinatie kunnen zijn in horror films. The Sick Thing That Happened to Emily When She Was Younger, geregisseerd door Joe Swanberg, is tevens één van mijn favorieten. Het gebruik van een webcam is in deze film heel effectief, daarnaast zorgde het ook voor een paar schatterlachjes.
Afgezien van het feit dat de film met een speelduur van bijna twee uur net iets te lang is, is V/H/S een horror film ‘keer zes’ die zeker de moeite waard is.
Hail
In het EIFF programma wordt Hail vergeleken met Snowtown aangezien het tevens een Australische, realistisch drama is. Helaas is dit een gemakzuchtige vergelijking en enigszins misleidend. Hail is een drama deels gebasseerd op het persoonlijke leven en verhalen van de hervormde crimineel Daniel P. Jones waarin een turbulent liefdesverhaal centraal staat.
De film vertelt het, deels fictieve, verhaal van Jones die zichzelf speelt in de film. Na een gevangenis straf keert hij terug naar zijn partner Leanne Letch (tevens zijn ‘real life’ partner) en beiden proberen ze op het rechte pad te blijven. Het blijkt een constante, uitputtende uitdaging om niet terug te vallen op hun criminele levensstijl. Regiseur Amiel Courtin-Wilson geeft de film een zekere authentieke flair door voornamelijk geen professionele acteurs te gebruiken. Daarnaast is de film in een documentaire-stijl gefilmd en dit geeft het tevens een realistisch gevoel.
Aangezien het verhaal een combinatie van fictie en ware verhalen is, zijn de fictieve delen in de film overduidelijk. Voornamelijk halfverwege in de film wanneer de ontwikkeling van bepaalde gebeurtenissen enigzins onrealistisch aanvoelen. Het is bewonderingswaardig van Court-Wilson om deze twee elementen proberen te verbinden maar daar slaagt hij daar niet volledig in.
Sommige dialogen tussen de verschillende karakters hebben de tendens om soms iets te lang door te gaan en geeft het gevoel van improvisatie. Maar de scènes waar je in plaats van dialoog, muziek hoort en alleen de gezichtsuitdrukkingen ziet, zijn zowel innovatief als effectief.
Hail is een ambitieuze en intrigerende film die fictie en realiteit probeert, niet altijd op succesvolle wijze, te combineren.
Eddie: The Sleepwalking Cannibal
De titel van de film oppert de verwachting van een standaard horror film. De regisseur en script schrijver Boris Rodriguez weet op innovatieve wijze verschillende genres samen te brengen in deze zwarte komedie met obscure horrorelementen.
Lars (Thure Lindhardt), eens een succesvolle Deense kunstschilder, accepteert een baan als leraar op een afgelegen Canadese school. Onvoorzienbare omstandigheden zorgen ervoor dat Lars goede vrienden wordt met Eddie (Dylan Smith) de sprakeloze neef van één van de beschermvrouwe van de school. De bloedige nachtelijke activiteiten van Eddie zorgen er tevens voor dat Lars vernieuwde artistieke inspiratie vindt.
De twee verschillende karaktertrekjes van Lars zijn verrassend. Na wederom weer inspiratie te hebben gevonden, is hij diegene die niet op wil geven maar Eddie daarvoor hard nodig heeft. Beide acteurs vullen elkaar uitstekend aan en de vriendschap die tussen hen ontstaat is geloofwaardig met de nodige complicaties.
De film is zeker geen standaard horrorfilm die zich alleen richt op de bloedige en schokkende gebeurtenissen. Het gebruik van zwarte humor, actie, de nodige horror en getalenteerde acteurs maken deze film juist zo speciaal.
The Imposter
Zonder het van te voren gepland te hebben, bleek de laatste film die ik op het EIFF zag tevens mijn favoriete film van het festival te zijn. The Imposter is een documentaire die een ongelooflijk waargebeurd verhaal verteld. Van het begin tot het einde zul je op het puntje van je bioscoopstoel zitten.
In 1994 verdween dertienjarige Nicholas Barclay uit zijn thuis stad San Antonio, Texas. Drie jaar later krijgt zijn familie een telefoontje uit Spanje en ontvangen het goede nieuws dat Nicholas gevonden is. De autoriteiten en de familie realiseren zich niet dat het een 23-jarige Franse oplichter is, Frédéric Bourdin, die zich voordoet als Nicholas. Ineens heeft ‘Nicholas’ in plaats van blond haar, donker haar en zijn zijn blauwe ogen nu bruin, daarnaast spreekt hij met een Frans accent.
De documentaire, geregisseerd door Bart Layton, vertelt dit bizarre, facinerende verhaal aan de hand van interviews, scène-reconstructies en archiefbeelden. Bourdin vertelt zelf hoe hij de autoriteiten en de familie ervan wist te overtuigen dat hij de vermiste jongen uit San Antonio was.
De gereconstructueerde scènes waarin onder andere Bourdin ondervraagd wordt op het politie bureau in Spanje geven de documentaire een waar cinematisch gevoel. Naast Bourdin, krijgt de familie van Nicholas, waaronder zijn zus Carey en moeder Beverly, de kans om hun kant van het verhaal te vertellen, vaak zonder weinig emotie te vertonen. De introductie van een privé detective halfverwege in de documentaire geeft het wederom een verrassende draai.
De verdere ontwikkelingen in het verhaal die in de documentaire worden ontsluierd zijn adembenemend. Daarnaast beantwoordt de filmmaker niet alle vragen en blijf je als kijker zeker met een aantal vragen zitten. Het is zeldzaam dat een documentaire zo’n spanning weet op te bouwen dat je aan het einde van de film naar adem snakt.