
Harry Potter and the Half-Blood Prince
Kleine Potters worden groot.
Laat ik bij deze recensie voorop stellen dat ik een nogal gecompliceerde houding heb tegenover de gehele Harry Potter-hype. Ik heb de boeken gelezen, en heb er redelijk van genoten, maar die afgrijselijke Daniel Radcliffe heeft een negatief stigma op mijn jeugd gedrukt. Niet zozeer vanwege zijn acteerwerk, maar omdat ik vroeger, als dertienjarig jongetje, nogal veel van hem weg had. Was er ergens iets te doen met een Harry Potter- en/of Fantasy-thema dan kwamen mensen al snel bij mij terecht. En dat terwijl ik geen letter van de boeken gelezen had. Toen ik eenmaal van dat Harry Potter-stigma af was ben ik de boeken gaan lezen. De boeken zijn goed - het verhaal is goed uitgewerkt - maar bevatten naar mijn idee een hoop overbodige beschrijvingen van allerhande tovernaarssnuisterijen en ze vallen nogal in de herhaling. De films vallen, afgezien van de superieure derde film, tot nu toe allemaal in dezelfde val, teveel overbodige scènes en herhalingen, en ze wisten daarnaast niet altijd de balans te vinden tussen kindervermaak en duisterder scènes.
Maar Harry Potter and the Half-Blood Prince heeft me blij verrast. Aanvankelijk leek de film nogal op de andere films, met een uitgebreide introductie en scènes die als los zand aan elkaar hangen. Regisseur David Yates weet dit echter op een kwart van zijn film recht te trekken. De verhaallijn wordt strakker. Overbodige herhalingen uit de boeken worden weggehaald, en de film wordt een geheel. De toon van de film is duister. Waar deze opmerking ook al bij de andere films te plaatsen was, kwam dat in de vorige films voornamelijk voort uit enkele nogal grimmige scènes. Maar wanneer de nare monsters in The Half-Blood Prince even naar de achtergrond verdwijnen blijft de film consistent. Ook wanneer Ron Weasley een relatie begint met een meisje genaamd Lavender Brown is er sprake van het kleurenschema uit een grimmig kitchensink-drama. Grijstinten trekken alle kleur uit de film, en het beeld wordt vaak in beslag genomen door schaduwen.
De monsters zijn er ook nog wel, maar het is vooral het volwassen worden van de personages dat centraal staat. Waar in de vorige films er nog grote contrasten waren tussen het achtergrondverhaal (de relaties, het schoolleven, het drama) en de actie zijn deze in The Half-Blood Prince onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Het valt zelfs te zeggen dat de actie grotendeels naar de achtergrond is verdwenen, wat vooral in de latere scènes duidelijk wordt. In het boek wordt een persoonlijk drama voor Harry gekoppeld aan een uitgebreide strijd. Deze uitgebreide strijd wordt volledig naar de achtergrond geduwd om plaats te geven aan emoties. De Potter-kinderen zijn volwassen, moeten slagen incasseren en dit vormt het kloppende hart van de film.
Dat wil niet zeggen dat de film actieloos is, want er is zelfs een extra actiescène aan de film toegevoegd. Maar ook deze wordt gekoppeld aan persoonlijk drama. Dat maakt van The Half-Blood Prince een kleinere film, die nog steeds episch voelt, maar voornamelijk ook serieuzer, oprechter en sterker. Dit betekent echter ook weer niet dat de film humorloos is. Bij vlagen is de film erg grappig, maar dat komt vooral door de manier waarop de acteurs de grappen op een droogkloterige manier ten gehore brengen. De komische timing van de acteurs is sterk. Vooral Jim Broadbent als Horace Slughorn en Alan Rickman als Severus Snape hebben zichtbaar genoegen in het spelen van hun respectievelijk kneuterige en cynische karakter. Maar ook de drie jonge hoofdrolspelers zijn gegroeid in hun rollen. Waar de eerste films bij vlagen tenenkrommend waren vanwege de jonge acteurs, is dat hier veranderd in een zelfverzekerd en sterk acteerwerk van alledrie de jongeren.
Hoewel ik niet onbevooroordeeld de bioscoopzaal inging om deze film te bekijken, was ik werkelijk waar zeer verrast door deze film. De strakkere verhaallijn, de verschuiving naar een dramatischer toon en het sterke acteerwerk maken van The Half-Blood Prince het beste deel sinds The Prisoner of Azkaban. En ik heb eindelijk geen hekel meer aan dat irritante pestjongetje dat Daniel Radcliffe vroeger was.





Na 6 matige films kan ik toch wel stellen dat Harry en ik niets met elkaar hebben;)




