
Door Erwan Ticheler
22/06/2012
The Spy Who Loved Me
Détente, indeed
Na het inspelen op hypes werd met The Spy Who Loved Me een nieuwe trend ingezet. Het recyclen werd wel extreem met de komende paar films. De plot van You Only Live Twice werd in feite gekopieerd met het in beslag nemen van een groot voertuig. Was het in het verhaal van Roald Dahl nog een ruimteschip, in The Spy Who Loved Me moeten we het doen met een kernonderzeeër die door een reuzentanker wordt binnengehaald. Noem het lui of gewoon simpelweg profiteren van een beproefd succesrecept, de vraag is uiteraard of dit gebrek aan originaliteit door de vingers kan worden gezien met een goede film.
Roger Moore speelt voor de derde keer James Bond en doet dit best redelijk. Het wordt inmiddels wel duidelijk dat we van Moore geen dramatische twist hoeven te verwachten; meer en meer wordt de nadruk gelegd op verbale en visuele grappen. De paar keer dat Bond hier ietwat serieuzer is, zijn de momenten in Caïro waarop 007 een vrouw gebruikt als menselijk schild waarbij ze notabene sterft en even later de moordenaar van een dak laat vallen. Curt Jurgens speelt Stromberg, een megalomane variant op Blofeld die vanuit zijn waterbasis Atlantis de zee bestiert en met kernwapens een wereldwijde armageddon wil veroorzaken. Stromberg is een wat saaie oude man die in zijn typische vijandoutfit absoluut geen dreiging vormt. De climax valt in dit geval erg tegen met een kortstondig vuurgevecht.
Nee, de echte dreiging komt van huurmoordenaar Jaws, een boomlange vent met bretels en metalen tanden waarmee als ware graaf Dracula mensen - en zelfs dieren - afmaakt. Jaws is hier nog goed te pruimen, ondanks zijn ietwat clowneske en katachtige vaardigheid de dood te ontspringen. Jaws zou net als sergeant Pepper in de vorige twee titels tweemaal in een Bondfilm te zien zijn.
De Bondgirl is een interessante ditmaal, de KGB-agente Anya Amasova a.k.a. Triple X. Zij weet de triviale kennis van Bond te evenaren en weet zich ook aardig te redden tijdens de gevechten, al wordt ze ten tijde van de laatste akte toch weer de prooi van de slechterik die door Bond gered moet worden.
Zoals gezegd is The Spy Who Loved Me een behoorlijk komische aangelegenheid en meer en meer gaat James Bond met Roger Moore richting de camp die door zovelen wordt vervloekt. Dit is ook de film die zijn komische noot meer dan eens zoekt in vervelende reactieshots van omstanders. Nergens in de film is dit meer hinderlijk dan wanneer Bond met zijn nieuwe Lotus - de opvolger van de Aston Martin DB5 die tevens fungeert als onderwatervoertuig - vanuit het water het land oprijdt en we allemaal zogenaamd lollige shots zien van verblufte strandgangers. Nee, leuker is het constante gekibbel tussen 007 en Triple X die elkaar telkens te slim af proberen te zijn. Een goed voorbeeld van hoe de actie met humor wordt doorspekt is een spannende sequentie waarbij Jaws bij een Egyptische ruïne de twee te slim af probeert te zijn. Buiten het feit dat het een erg goed opgezette sequentie is, worden we ook getrakteerd op enkele hilarische momenten in een busje uitmondend met een dikke verwijzing naar de klassieker Lawrence of Arabia.
Hier ziet u de scène.
Het grote vuurgevecht tegen het einde van de film in Strombergs tanker is behoorlijk sterk en kent een typisch fraaie set van meester Ken Adam. Het is echter niets nieuws onder de zon en ondanks dat het een goede actiesequentie is met veel explosies is het wel weer de zoveelste strijd in een futuristische set. Neem dan de tweede helft van de pre-titelsequentie. Bond heeft net een missie volbracht in Oostenrijk en nadat hij de gebruikelijke vrouwelijke bonus heeft geïncasseerd wordt hij door MI5 om nieuwe hulp gevraagd. Wat volgt is een geweldige ski-achtervolging met een fantastische pay-off waarbij de stuntman een vrije val van jewelste maakt en er zelfs nog gedacht is aan een komisch toetje. Het is zoals een pre-titelsequentie van Bond behoort te eindigen met actie, ongelooflijke stunts en een lach.
Ook voor deze scène mag u klikken.
Miss Moneypenny is weer eens niet onder de indruk van Bond zijn schmierende avances.
The Spy Who Loved Me zou een prima titel geweest zijn in de James-Bondcanon ware het niet dat er buiten enkele fraaie stunts en de introductie van Jaws niets nieuws te zien valt. Daar komt bij dat de film een treingevecht kent dat we al eerder in zwaar superieure vorm hadden in From Russia With Love. De plot is zoals gezegd in feite een waterachtige kopie van You Only Live Twice en Stromberg stelt als vijand maar weinig voor. De locaties stellen ook niet al teveel voor en de ballad van Nancy Sinatra is redelijk maar ook niet meer dan dat. Om nog maar te zwijgen over de uit het niets komende carnavalsversie van ‘Nobody Does It Better’ over de eindcredits heen.
The Spy Who Loved Me werkt eigenlijk het best als je nog niet heel bekend bent met de Bondfilms, want anders heb je toch vooral het idee dat je naar een wat luie remake van eerdere Bond-elementen zit te koekeloeren. Het is absoluut niet slecht, maar Roger Moore en zeker James Bond hebben betere tijden gekend.
Plaats uw reactie
asolxd3woi op 27/08/2016
read full report diclofenac 50mg price for cymbalta levitra glyburide metformin azithromycin singulair for allergies

asSypeee21zo op 16/12/2016
cymbalta over counter cheap trazodone albuterol online
