Pin (1988)
De jeugd van Leon wordt gekenmerkt door jaren van kilte. 
Frankenstein (1931)
Op een kerkhof wordt een begrafenisceremonie gehouden terwijl twee mysterieuze individuen het gebeuren nauwlettend bekijken.
Carnival of Souls (1962)
Organiste Mary Henry zit met twee vriendinnen in de wagen van haar trip te genieten tot het gezelschap uitgedaagd wordt aan een dragrace deel te nemen. 
Salon Kitty (1976)
In opdracht van de SS moet hoerenmadam Kitty haar befaamde bordeel Salon Kitty elders gaan uitbaten.
Django (1966)
Een loner trekt doelloos over een dor landschap, enkel vergezeld door een doodskist die hij achter zich aan trekt. 











18/10/2013

Dracula (1931)

Dracula (1931)

Na een lange reis bereikt makelaar Renfield eindelijk Transsylvanië, maar het laatste stukje richting het kasteel van Graaf Dracula verloopt uiterst moeizaam.




Niet alleen de waard van de nabije herberg maant hem aan na zonsondergang niet meer buiten te komen, prevelend dat er zich vampiers schuilhouden, ook zijn medereizigers weten niet wat hen overkomt wanneer ze de finale reisbestemming horen. Een oudere vrouw stopt hem zelfs een hangertje toe ter bescherming: een klein kruisje dat hij steeds om zijn nek moet dragen. Renfield zelf slaat alle waarschuwingen in de wind en vervolgt zijn pad, al jaagt de vreemde koetsier die hem om middernacht naar het kasteel brengt hem de stuipen op het lijf. Zag hij dat trouwens goed: was het een vleermuis die de paarden leidde?

Eenmaal aangekomen kan de makelaar het onbehagen niet van zich af schudden. Enerzijds lijkt Dracula een uiterst charmant en gastvrij iemand, anderzijds gaat er van hem een dreiging uit die de man op dat moment moeilijk weet te plaatsen. Wanneer het zakelijke aspect rond de emigratie richting Carfax Abbey in Londen rond is, vallen alle maskers echter af. Renfield wordt eerst belaagd door de drie ondode vrouwen van Dracula vooraleer de heer des huizes zelf tussenbeide komt en de onfortuinlijke door middel van een beet transformeert in zijn slaaf. Zijn nieuwe primaire taak is ervoor te zorgen dat zijn meester overdag niet ontdekt wordt tijdens de lange boottocht richting Engeland, wat hem ook lukt al mocht de reis niet langer geduurd hebben. Dracula ontpopt zich tot een bijzonder wreed monster met een onstilbare honger waardoor de ganse crew bij aankomst dood blijkt te zijn. Enkel Renfield wordt ontdekt en, overtuigd dat die leidt aan een geestelijke ziekte, opgesloten in het sanatorium van Dr. Seward dat grenst aan Carfax Abbey.

Die laatste maakt, in het gezelschap van zijn dochter Mina, aanstaande schoonzoon Jonathan Harker en Lucy, de hartsvriendin van Mina, al snel kennis met de oppervampier. Lucy wordt kort daarna dood aangetroffen, maar de twee vreemde wondjes aan haar hals blijken voor professor Van Helsing echter voldoende om te achterhalen wat er aan de hand is: Nosferatu! Hij weet Dracula tijdens hun eerste ontmoeting zelfs toevallig te ontmaskeren al wordt op dat moment duidelijk dat die zijn zinnen op Mina gezet heeft. Een race tegen de tijd begint om zowel de jonge vrouw te vrijwaren van een zekere dood, als het ontdekken van de kist waarin de Transsylvaniër zich overdag schuil houdt om vervolgens een houten staak door zijn hart te kunnen drijven.

Dracula is de allereerste officiële adaptatie van het gelijknamige boek van Bram Stoker uit 1897. Dat wil echter niet zeggen dat er tot dan toe nooit inspiratie uit werd geput. Dracula's Death (1921) had weliswaar enkel de naam van het onsterfelijke wezen gemeen. Verder toonde het plot, over een muziekleerkracht die gek wordt en ervan overtuigd is dat hij het bloed van jonge vrouwen nodig heeft om te overleven, duidelijk aan dat er verder geen raaklijnen waren met de roman. Anders was het met het Duitse Nosferatu, eine Symphonie des Grauens (F.W. Murnau, 1922) die, ondanks het veranderen van de naam van Count Dracula naar Count Orlock, wel dezelfde verhaallijn hanteerde. De weduwe van Stoker kreeg lucht van het zaakje en trok aan de alarmbel waarna opdracht gegeven werd alle negatieven van de film te vernietigen. Gelukkig kon men niet alle kopieën opsporen waardoor we vandaag nog steeds kunnen genieten van een van de beste stille films ooit.

Het zag er zelfs lange tijd naar uit dat deze versie uit 1931 nooit het daglicht zou zien want Carl Laemmle Sr., oprichter van Universal Studios, droeg horrorfilms geen warm hart toe. Vreemd, gezien de realisaties met Lon Chaney zoals The Phantom of the Opera (1925) of The Hunchback of Notre Dame (1923) het hardst rinkelden aan de kassa. Het was zoon Carl Laemmle Jr. die kost wat kost de filmrechten wou bemachtigen met het idee Chaney te strikken om de hoofdrol te vertolken. Dat de productie dan toch van start ging was in de eerste plaats te danken aan de theaterversie die ondertussen al zo'n drie jaar liep en waaruit bleek dat het mogelijk was het uiterst gruwelijke bronmateriaal ietwat af te zwakken om zo een mainstream publiek te kunnen bereiken. Bizar genoeg bleek Bela Lugosi, die furore maakte als Dracula op Broadway, geenszins bovenaan het lijstje van potentiële acteurs te staan om de titelrol voor zijn rekening te nemen. Door de plotse dood van Chaney in 1930, geteisterd door kanker, het afhaken van Conrad Veidt (The Man Who Laughs) en de campagne die Lugosi zelf op poten zette, haalde hij alsnog zijn slag thuis.

En het moet gezegd zijn, Lugosi speelt een weergaloze Dracula. Een gedistingeerd heerschap met een dik Hongaars accent, zijn kennis van het Engels was niet uitmuntend waardoor hij zijn dialogen vaak fonetisch instudeerde, die je moeiteloos weet in te palmen. Dat nagenoeg iedereen wereldwijd nog steeds ofwel zijn stem, dan wel zijn look met Dracula weet te vereenzelvigen behoeft daarom verder geen uitleg. Wie voor mij persoonlijk echter de absolute ster van deze film is, is Dwight Frye (Renfield) die ik met stip en zonder schroom op nummer één plaats als beste acteur in de eerste generatie van de talkies. Zijn vertolking van de makelaar is werkelijk fenomenaal en diens maniakaal lachje weet me nog steeds kippenvel te bezorgen. Jammer voor beide heren dat de film eerder een vloek dan een echte zege bleek te zijn. Zowel Lugosi als Frye werden hierna nagenoeg enkel nog gecontacteerd voor gelijkaardige rollen in horrorfilms, personages waarin hun talenten niet volledig tot hun recht konden komen. Ook de verdere levensloop van actrice Helen Chandler (Mina) is bijzonder betreurenswaardig. Op de piek van haar bekendheid leverde ze al een verwoede strijd tegen alcohol en drugs, een gevecht dat haar zelfs ernstig verminkte toen ze in 1950 onder invloed van een pak slaappillen haar sigaret liet vallen waarna in haar appartement brand uitbrak. Vijftien jaar later stierf ze op de operatietafel aan een hartaanval terwijl men probeerde een maagzweer te verwijderen.

Ook over de crew van Dracula kan een en ander verteld worden. Regisseur Tod Browning, die faam had gemaakt in de periode van de stomme film, werd als eerste gecontacteerd om de productie in goede banen te leiden. Echter liet acteur David Manners (Jonathan Harker) na de opnames meermaals optekenen amper te herinneren Browning werkelijk op de set te zien. Hierdoor wordt aangenomen dat de betrokkenheid van cameraman Karl Freund aanzienlijk groter was dan gedacht. Toch moet dit alles in het juiste perspectief geplaatst worden, want de visie van beide heren is zeker merkbaar. Freund, die schitterende tracking shots kon maken, werd namelijk duidelijk beknot in zijn creativiteit door Browning aangezien die laatste voorstander was van de meer stabiele shots voor het narratief, een uitloper van de beperkte technische mogelijkheden waar hij vertrouwd mee was. Het rijk van Browning liep trouwens op zijn einde. Na de release van het sublieme Freaks (1932), een commerciële flop omwille van de hetze omtrent het gebruik van echte misvormde mensen, werd de man nagenoeg verguisd. In 1939 liet hij zijn laatste film op de wereld los om daarna een teruggetrokken bestaan te leiden tot zijn dood in 1962.

Hoogtepunten van de film zijn legio. Of het nu gaat om de mooie sets, al dan niet opgesmukt met optische illusies, het tracking shot waarin we Dracula voor het eerst zien, de ontmoeting tussen Bela Lugosi en Edward Van Sloan (Van Helsing), de scènes met Dwight Frye,... Het is onmogelijk de gehele charme te ontkennen, noch de wetenschap dat het archetype van zowel de classy oppervampier als de bijzonder sfeervolle sets van duistere grafkelders en kastelen hier hun geboorte kenden.
 


Naam:
E-mail:

Uw e-mailadres wordt niet getoond.


Wie wint er?

Zelfs de Frog Bros. moeten zich verdedigen tegen spambots met
een anti-spamvraag. Beide antwoorden zijn trouwens goed...